We houden van de zomer. Zonnig weer, buitenritten, de paarden staan in de wei en we kunnen onze voeten omhoog leggen en ontspannen. De winter daarentegen stelt veel ruiters voor de uitdaging om hun paarden op een zinvolle manier bezig te houden, zodat ze fit, gezond en in balans blijven. Op de meeste stallen is de bewegingsvrijheid, vergeleken met de zomer, aanzienlijk minder. We hebben 10 tips op een rijtje gezet over hoe je je paard met maagzweren in de winter bezig kunt houden.
Verveling kan, net zoals stress, leiden tot maagzweren. Om dit risico te minimaliseren, kun je deze situatie verhelpen, indien je de leefomgeving van je paard aantrekkelijker en interessanter maakt. Paarden kunnen niet enkel op stal, maar ook in groepshuisvesting verveelt of gestresst zijn. Daarom is het belangrijk om op de individuele behoeften van je paard in te spelen en te observeren in welk huisvestingssysteem je paard zich comfortabel en veilig voelt.
Het lijkt vanzelfsprekend en toch mag het hier niet onvermeld blijven: Beweging is cruciaal. Bijzonder belangrijk is hierbij vrije beweging, hierbij hoort het paard de ruimte gunnen om te uit te razen of vrije uitloop op de winterweide of paddock. Paardrijden en longeren vallen niet onder vrije beweging. Dagelijkse vrije uitloop wordt daarom aanbevolen. Je paard heeft hierbij de vrijheid om zelf te beslissen, d.w.z. het kan zelf kiezen tussen rusten, bewegen en sociaal contact, mits er zich andere paarden in de uitloop bevinden. Beweging houdt het organisme op gang en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van een goede gezondheid.
Je wilt/moet momenteel afzien van met paardrijden? Niettemin heb je veel mogelijkheden om je paard afwisseling te bieden. Je kunt met je paard gaan wandelen in de natuur, een stapmolen (indien beschikbaar) gebruiken, schriktraining doen, equine kinetics uitproberen of je paard nieuwe dingen leren tijdens het grondwerken. Dit versterkt niet alleen de band met je paard, maar houdt hem ook fysiek en mentaal fit.
Elk type bodembedekking heeft zijn voor- en nadelen. In Duitsland is stro nog steeds de gangbare bodembedekking. Het nadeel is blootstelling aan stof. Tijdens het uitmesten horen er geen paarden in de stal aanwezig te zijn. Als deze dienst wordt uitgevoerd door stalpersoneel, heb je natuurlijk minder controle. Als je zelf uitmest, kun je er de volgende keer voor zorgen dat de ramen en deuren geopend zijn en je paard niet direct belemmerd wordt door opwaaiend stof.
Behalve het ligcomfort en absorberende vermogen van stro, is een ander voordeel dat het paarden bezig houdt. Paarden eten vaak stro of knabbelen erop. Omdat stro een zeer hoog ruwvezelgehalte heeft, kan dit de speekselproductie verhogen. Hetgeen voor paarden, met name die met maagzweren, gunstig is, omdat het bicarbonaat in het speeksel fungeert als een natuurlijke maagzuurbuffer. Als je paard op stro staat, dient er altijd voldoende water beschikbaar zijn om verstoppingskoliek te voorkomen.
Staat je paard om gezondheidsredenen, bijvoorbeeld omdat het gevoelig is voor stof, op zaagsel en heeft het geen toegang tot stro, dien je er extra op te letten dat je paard voldoende ruwvoer ter beschikking heeft. Ruwvoer heeft veel positieve aspecten. Enerzijds bevordert het, zoals hierboven reeds vermeld, de speekselproductie, anderzijds houdt het je paard bezig. Paarden doen aanzienlijk langer over een kilo hooi dan een kilo brok, zodat ze gedurende een langere periode bezig zijn met voedselopname.
Als je paard 's zomers in de wei staat, kan het de hele dag door foerageren, terwijl in de winter het ruwvoer vaak gerantsoeneerd wordt. We raden aan om verschillende porties gedurende de dag te voeren, om de periodes zonder beschikbaar voer te minimaliseren. De avond portie dient de grootste te zijn, zodat je paard ook 's nachts bezig is en voedsel tot zijn beschikking heeft. Er moet minstens 1,5 kg per 100 kg van het gewenste lichaamsgewicht per dag gevoerd worden. Voor een paard van 600 kg is dat ongeveer 9 kg ruwvoer.
De term "slowfeeder" komt uit het Engels en betekent zoiets als "langzaam voeren". Het doel is om paarden een consistente eetmogelijkheid te bieden. Slowfeeders zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen, zoals ruiven met hooinetten, -zakken of -balen. Indien je paard 's winters op een paddock staat, zijn hooiruiven een goede manier om ervoor te zorgen dat er continu gevoerd wordt. Daarbij kunnen er netten over de hooibaal worden gedaan. Door de mazen kunnen de paarden het hooi langzamer uit de baal trekken en zijn ze langer bezig met eten.
Een leuk neveneffect: de paddock wordt relatief minder bevuild met hooi, omdat er minder uit de ruif wordt getrokken en vertrapt. Het onderwerp "hooinetten" is controversieel in de paardenwereld. Paarden kunnen verstrikt raken de mazen van het net en hun tanden slijten aan het materiaal. Als eigenaar moet je de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen.
Het is onvermijdelijk dat veel paarden in de winter meer tijd op stal doorbrengen dan in de zomer. Het winterweer heeft een grote invloed op de bodemgesteldheid, dus het is niet altijd mogelijk om uitloop te garanderen. Naast een comfortabele en veilige plek om te slapen en te eten, biedt een box of schuilstal nog meer mogelijkheden. Als de staleigenaar het toelaat, kun je ook bezigheidsmateriaal plaatsen.
Als bezigheidsmateriaal voor paarden met maagzweren zijn bijvoorbeeld onderstaande geschikt:
Veiligheid heeft de hoogste prioriteit. Scherpe randen, ongezonde of zelfs giftige materialen moeten vermeden worden. De openingen van voerballen of hooinetten dienen kleiner te zijn dan 5 cm of groter dan 35 cm in diameter, zodat je paard er niet met een hoef in kan blijven hangen.
Wil je geen speelgoed kopen, maar zelf bouwen of maken?
Takken zijn hier bijzonder geschikt voor. Boor verschillende gaten in een lange tak en steek er bijvoorbeeld wortels doorheen. Je paard zal druk bezig zijn om zijn vaardigheden te bewijzen en wat is er motiverender dan een lekkere beloning? Welke groenten- en fruitsoorten hiervoor geschikt zijn lees je hier.
Wij ruiters letten zorgvuldig op de kwaliteit rijbak- of binnenbakbodem, en dat is niet alleen hier van groot belang. De ondergrond maakt ook het verschil in paddocks. Als de grond te nat, diep en modderig is, zie je dat paarden minder bewegen en minder vaak rollen. Paarden geven de voorkeur aan droog zand. Tegenwoordig zijn er verschillende opties bij het kiezen van een ondergrond. De nadruk zou op stabiliteit, slipbestendigheid, alsook waterdoorlaatbaarheid moeten liggen.
Je paard heeft weliswaar de mogelijkheid deeltijd op de paddock te staan, maar beweegt ondanks deze uitloop amper tot helemaal niet? Stimuleer beweging door de drinkbak en het ruwvoer zo ver mogelijk uit elkaar te plaatsen. Paarden zijn van nature nieuwsgierig en vertonen van nature onderzoekend gedrag. Hiervoor zijn ook hout, hooibalen of voederplekken ideaal.
De mogelijkheid om te rollen of tegen borstels aan te schuren, is onder paarden ook erg populair. Verschillende bodemsoorten in de paddock of boomstammen en palen kunnen het plezier van je paard verbeteren. Maar wees voorzichtig! Hiervoor hebben paarden voldoende ruimte voor nodig. De paddock dient tevens niet te vol te zijn of struikelgevaar te bevatten.
Dat brengt ons reeds bij het volgende punt. Paarden zijn bewegingsdieren en hier hebben ze ruimte voor nodig.
Een box dient de afmetingen van (2 x schofthoogte) x2 te hebben. Voor een paard met een stokmaat van 1,70 m zou dit iets minder dan 12 m2 zijn. De afmetingen van een paddock zijn 150 m2 voor maximaal twee paarden, met 40 m2 extra voor elk extra paard. Paarden dienen te mogelijkheid geboden te krijgen, zich in alle drie basisgangen vrij te bewegen.
Paarden zijn sociale dieren. Je kunt lichaamsverzorging en speelgedrag binnen de kudde observeren. Als het contact met soortgenoten beperkt is, kunnen gedragsstoornissen, zoals luchtzuigen of weven, ontstaan. Andere paarden moeten daarom op zijn minst binnen visueel, auditief en reuk contact staan. In groepshuisvesting dient op de sociale structuur van de paarden gelet te worden. Groepssamenstellingen moeten altijd heroverwogen worden, als blijkt dat paarden stress ervaren. Stress heeft de grootste invloed op de ontwikkeling van maagzweren. Een volledig stressvrij leven is zeker niet mogelijk, desalniettemin dien je op het welbevinden en het gedrag van je paard te letten en indien nodig veranderingen aan te brengen in de huisvesting.
Op stal en in de uitloop kun je bezigheidsmateriaal installeren, hetgeen de verveling van je paard minimaliseert. Hierbij draait het niet om de hoeveelheid aan speelgoed, maar om het gewenste effect. Wissel liever speelgoed af, dan tegelijkertijd drie verschillende in de box te hangen. Veiligheid heeft nog steeds de hoogste prioriteit. Verwondingen door een rondvliegende bal of ander speelgoed moeten op ieder moment vermeden worden. Biedt je je paard een prachtmix van afwisseling aan, maar verveelt het zich nog steeds, is het apathisch of zelfs nerveus? Dan moet je de situatie in de gaten houden en indien nodig contact opnemen met je dierenarts.
Op onze pagina Voeren van paarden met maagproblemen kun je veel meer informatie vinden over het voeren van paarden.