4 voedermiddelen, die paarden met maagzweren moeten vermijden!
4 min. leestijd
Audio versie – luister gewoon naar dit artikel
Het maakt niet uit of het paard van nature gevoelig is of niet: veel paarden met stress ontwikkelen maagzweren. Omdat stress letterlijk zwaar op de maag ligt. Het is dan ook onze taak, als paardeneigenaar, om zorg te dragen aan een zo stressvrij mogelijk leven voor onze paarden. Dit lijkt vooral lastig voor wedstrijdruiters, omdat niet enkel het deelnemen aan wedstrijden paarden stress kan bezorgen, maar ook de zware training die ervoor nodig is, het reizen met de trailer én de spanning bij de ruiter.
Heb jij je paard ooit bieten gevoerd? Nee? Dan zijn hier enkele redenen waarom je bij je paard het voeren van bieten zou moeten uitproberen. Vroeger stonden bieten bijna dagelijks op het menu van trek- en werkpaarden - en niet voor niets, want bieten zijn een echte allrounder! Rode biet is een uitstekende beloning tussen de maaltijden door of als aanvulling op de maaltijd. Ze zijn rijk aan vitaminen, mineralen en vezels.
Rode biet versterkt het immuunsysteem en ondersteunt de stofwisseling. Bovendien ontzuren ze het lichaam, hebben ze een bloedvormende en ontstekingsremmende werking. Ze bevatten ook minder suiker dan bijvoorbeeld appels of bananen én zijn zuurarm. Als uw paard een beetje kieskeurig is en geen verse bieten aanraakt, kunt u het ook gedroogd als chips voeren - de acceptatie is vaak hoger.
Hoewel jodium minder te maken heeft met maagzweren bij paarden, is het nog steeds een belangrijk sporenelement dat we hier willen noemen. Onze paarden hebben, net als mensen, jodium nodig. Met name voor de vorming van schildklierhormonen. Deze beïnvloeden het vet-, eiwit- en koolhydraatmetabolisme en reguleren zo de basale stofwisseling van het paard. Ze beïnvloeden ook de botstofwisseling (toename van de calcium- en fosfaatomzet), reguleren de spieren en het zenuwstelsel, en beïnvloeden het zuurstofverbruik, de bloeddruk en de lichaamstemperatuur.
De jodiumbehoefte van paarden ligt tussen de 0,3 en 0,5 mg per 100 kg lichaamsgewicht, afhankelijk van leeftijd en prestatie. Bij het ouder worden neemt de behoefte aan jodium af, anderzijds neemt de jodiumbehoefte evenredig toe door het leveren van prestaties. Een veulen heeft bijvoorbeeld 0,5 mg jodium per 100 kg nodig, het volwassen paard heeft 0,3 mg jodium per dag nodig voor onderhoud en een paard dat dagelijks werkt, heeft 0,4 mg per dag nodig. Een jodiumtekort leidt tot een vermindering van de basis stofwisseling en is herkenbaar aan vermoeidheid, slechte prestaties, vachtproblemen en gewichtstoename met tegelijkertijd een gebrek aan eetlust. Lage bloeddruk kan een ander teken van een jodiumgebrek zijn. In tegenstelling tot een jodiumtekort leidt een jodiumoverschot tot een verhoogde synthese van de schildklierhormonen, wat zich manifesteert in een vermageren van het paard ondanks een goede voeropname.
Omdat de dagelijkse consumptie van hooi (en krachtvoer) meestal niet voldoende is om de jodiumbehoefte van een paard te dekken, moeten er voldoende supplementen worden verstrekt.
Tegenwoordig is het meestal meer een probleem dat paarden te veel energie krijgen dan dat ze niet in hun energiebehoefte kunnen voorzien. Oliën die rijk zijn aan vetten spelen dus een nogal ondergeschikte rol. Toch zijn er situaties waarin het zinvol kan zijn om het paard olie te voeren.
Veel paarden kunnen in hun energie- en voedingsbehoefte voorzien door opname van voldoende hooi en mineraalvoer. Is dit niet het geval, dan wordt er voornamelijk graanrijk krachtvoer bijgevoerd. Door het onvoldoende kauwen tijdens het eten van krachtvoer wordt er minder speeksel aangemaakt, hetgeen nodig is om de pH van de maag te bufferen. Hierdoor daalt de pH-waarde in de maag, waardoor de slijmvliezen steeds meer geïrriteerd raken en zelfs maagzweren kunnen ontstaan.
Olie is een energiebron en kan gebruikt worden voor paarden die gevoelig reageren op het voeren van krachtvoer. Hierbij moet er natuurlijk gelet worden op de verteerbaarheid en het aandeel omega-3-vetzuren van de olie. Lijnzaad en visolie zijn bijzonder geschikt, hoewel de acceptatie van visolie vanwege de smaak vaak niet zo hoog is.
Palmolie is bijvoorbeeld minder geschikt voor paarden omdat het een hoog smeltpunt heeft en daardoor moeilijker te verteren is. Olijfolie is ook niet geschikt omdat het een hoog gehalte aan omega-6-vetzuren heeft en dit gehalte in het voedsel vaak al relatief hoog is. Dit wordt in verschillende onderzoeken met ontstekingsprocessen in verband gebracht.
Vitamine C speelt een belangrijke rol als activator van het celmetabolisme en bij de bescherming tegen infecties. Daarnaast heeft het een antioxiderende werking en beschermt zo andere vitamines tegen verval. In tegenstelling tot mensen kunnen paarden zelf voldoende hoeveelheden vitamine C synthetiseren in de dikke darm.
Daarnaast bevatten voedermiddelen zoals hooi, gras en wortels vitamine C. Bij paarden die onder veel sportieve stress staan, kan het voorkomen dat de eigen synthese van het paard ontoereikend is - net zoals bij paarden die langdurig aan stress worden blootgesteld. Daarom geldt: stress verminderen en maagzweren op de lange termijn te voorkomen, want maagzweren bezorgen je paard extra stress - een vicieuze cirkel! Dit verkleint het risico op een vitamine C tekort en daarmee het risico dat je paard een infectie oploopt.
Lijnzaad is een populair aanvullend voer voor maagpatiënten en voor paarden die last hebben van problemen met de rui. Door hun slijm- en vezelgehalte heeft lijnzaad een positief effect op het spijsverteringskanaal. De slijmstoffen van lijnzaad bekleden de maag- en darmwand en hebben daardoor een positieve, kalmerende werking op de maag-darmslijmvliezen. Dit bevordert op zijn beurt de opname van voedingsstoffen. Het hoge vetgehalte en de verhouding van onverzadigde vetzuren voorzien paarden van energie en hebben een positieve invloed op de vacht. De lijnzaadolie in lijnzaad heeft een hoog gehalte aan omega-3-vetzuren. Deze drievoudig onverzadigde vetzuren neutraliseren arachidonzuur, hetgeen een veroorzaker van veel ontstekingsprocessen in het lichaam is.
Het nadeel van lijnzaad is het gehalte aan cyanogene glycosiden. Dit zijn voorlopers van het giftige blauwzuur, dat in het lichaam wordt afgebroken door het enzym linase in het lijnzaad. Hierbij komt blauwzuur vrij. Om die reden wordt aangeraden het lijnzaad voor het voeren te koken, wat enerzijds een positief effect heeft op de slijmvorming, maar anderzijds ook de hittegevoelige omega-3-vetzuren vernietigt. Koken gedurende ten minste 10 minuten inactiveert de linase, waardoor het vrijkomen van blauwzuur in het darmkanaal wordt voorkomen. Als lijnzaad ongekookt wordt gevoerd, mag een hoeveelheid van 100-120 g per dag niet worden overschreden. Ongekookt dient lijnzaad gemalen te worden gevoerd om de waardevolle inhoudsstoffen beschikbaar te maken voor het paard.
Een alternatief voor het klassieke donkere lijnzaad is geel lijnzaad, ook wel goud lijnzaad genoemd. Dit bevat minder blauwzuur houdende glucosiden, maar is echter niet zo rijk aan omega-3-vetzuren.
Op onze onderwerp pagina over voeding van paarden met maagproblemen vindt je veel meer informatie over paardenvoeding.
Paarden met maagproblemen hebben extra ondersteuning nodig. Het is belangrijk om te weten, welke voedermiddelen geschikt zijn voor jouw paard en welke beter vermeden kunnen worden.
Equine 74 Gastric
Buffert het overtollige zuur in de paardenmaag in plaats van het te blokkeren.
Equine 74 Stomach Calm Relax
Ondersteunt de nerveuze paardenmaag in stressvolle situaties.