Het spijsverteringsstelsel van onze paarden is ontworpen om voer te verteren dat rijk is aan structuur, arm aan eiwitten en relatief arm aan energie. Dit is te verklaren door het feit dat het paard eigenlijk een steppedier is en het spijsverteringstelsel vandaag de dag nog precies hetzelfde functioneert als duizenden jaren geleden. Daarom zouden paarden, indien de omstandigheden dit toelaten, 12 tot 18 uur bezig zijn met hun voeropname. Na of tussen de voedertijden volgen korte rustperioden voor de spijsvertering. In tegenstelling tot mensen zijn paarden bijzonder goed in staat om ruwvezel te verteren en te gebruiken als energieleverancier.
Wat is ruwvezel?
Tot de ruwvezels behoren cellulose, hemicellulose, pectine en lignine.
Bijzonder rijk aan ruwvezel is ruwvoer. Hiertoe behoren hooi, stro en voordrooghooi, waarbij het drogestofgehalte van het ruwvoer hoger dan 50 % dient te liggen. Kuilvoer of voordrooghooi met een lager drogestofgehalte worden derhalve niet als ruwvoer beschouwd. Ruwvoer heeft enerzijds als doel om aan de energiebehoefte en anderzijds om aan de structuurbehoefte van het paard te voldoen. De vertering van ruwvoer of ruwvezel vindt hoofdzakelijk plaats in de dikke darm, of om preciezer te zijn in de blindedarm. Aangezien het paard hiervoor geen enzymen kan aanmaken, is het voor de ruwvezelvertering afhankelijk van bacteriën.
In tegenstelling tot mensen of andere monogastrische dieren (dieren die slechts één maag hebben) kan het paard de ruwe vezels via microbiële spijsvertering verteren en goed gebruiken voor hun energiebehoefte. Het ruwvezelgehalte van het totale rantsoen dient tussen 18 en 25 % te liggen.
Ruwvoer bevordert de speekselproductie van het paard
Door de structuur of ruwvezel in ruwvoer wordt de kauwactiviteit gestimuleerd en zo de speekselproductie opgewekt. Hoe grover en structuurrijker het voedermiddel, des te het paard moet kauwen en des te langer de eettijden zijn en des te meer speeksel er, in verhouding tot de hoeveelheid voer, wordt geproduceerd. Als men het eetgedrag van krachtvoer met het eetgedrag van ruwvoer vergelijkt, kan men snel vaststellen dat een paard aanzienlijk meer tijd nodig heeft om 1 kg hooi te eten dan wanneer het 1 kg krachtvoer eet.
Het gevolg is dat de speekselproductie hoger is bij het eten van ruwvoer. Speeksel is noodzakelijk om de pH in de maag te bufferen en op een natuurlijk niveau te houden. Neemt het paard niet in voldoende, al naargelang behoefte, hoeveelheden ruwvoer op of heeft het ruwvoer een te laag ruwvezelgehalte, dan eet het paard te kort en produceert het onvoldoende speeksel.
Te weinig ruwvezel leidt tot problemen met het spijsverteringskanaal
Het gevolg is een daling van de pH-waarde in maag en darmen en als gevolg daarvan slijmvliesirritaties en slijmvliesleasies, alsook maag- of darmzweren. Om dit te voorkomen dient een paard dus voldoende ruwvoer (minstens 1,5-2 kg per 100 lichaamsgewicht) met voldoende structuurrijk ruwvezel te krijgen. Enkel stro is echter minder geschikt, omdat het een hoog ligninegehalte heeft en het paard daardoor niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.
Hoewel lignine tot de ruwvezels behoort en het de kauwactiviteit bevordert, valt het niet onder de structuurkoolhydraten. Daarom kan lignine door het paard niet energetisch worden gebruikt. Het meest geschikte ruwvoer voor paarden is kwalitatief hoogwaardig hooi (eerste snede, maaitijd: na de bloei en vóór het zaaien), waarvan het ruwvezelgehalte ongeveer tussen 25 en 35 % ligt.
De verteerbaarheid moet ongeveer tussen 50 en 60 % liggen en het vochtgehalte moet lager dan 15 % zijn om schimmelvorming te voorkomen. De hooikwaliteit kan worden bepaald door een voedermiddelenanalyse in het laboratorium, aan de andere kant is goed hooi ook aan de groene kleur, goede geur en de afwezigheid van stof en schimmel te herkennen.
Meer over dit onderwerp
Op onze themapagina 'voeren van paarden met maagproblemen' vind je nog veel meer informatie over het voer van paarden.
Paarden met maagproblemen hebben extra ondersteuning nodig. Het is belangrijk te weten welke voeders geschikt zijn voor uw paard en welke vermeden moeten worden.